Maastricht 043 - 321 59 29 | Heerlen 045 - 571 39 33

Op 28 mei 2025 stelde de rechtbank Amsterdam een bestuurder van een thuiszorginstelling persoonlijk aansprakelijk voor schade als gevolg van zorgfraude. De uitspraak laat zien dat rechters streng oordelen wanneer bestuurders hun kerntaak – toezicht op een deugdelijke zorgadministratie – ernstig veronachtzamen en daar zelf financieel van profiteren.

De zaak draaide om een fraudeonderzoek van VGZ, gestart na meldingen van onregelmatigheden. Uit het onderzoek bleek dat zorgplannen en indicaties niet voldeden aan de eisen, dagrapportages en urenregistraties niet op elkaar aansloten, en er twijfels waren over de betrouwbaarheid van de stukken. De zorgaanbieder kreeg gelegenheid te reageren, maar gaf geen inhoudelijk weerwoord.

De verdediging – dat er sprake was van administratieve fouten door hoge werkdruk – overtuigde de rechtbank niet. Ook de overgelegde verklaringen van zorgverleners en cliënten konden het ontbreken van een deugdelijke en verifieerbare administratie niet wegnemen.

De rechtbank oordeelde dat de administratieplicht uit artikel 36 Wmg structureel was geschonden. Een relevante overweging bij het oordeel dat – naast de vennootschap – ook de bestuurder aansprakelijk werd geacht, was dat hij in de betreffende jaren substantiële dividenduitkeringen ontving (tot wel 50% van de winst), terwijl de administratie ernstige gebreken vertoonde. De rechtbank zag hierin een direct verband met het onrechtmatig handelen en rekende de bestuurder dit persoonlijk aan. De rechter oordeelde vervolgens dat hij hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade van VGZ.

Niet incidenteel, maar structureel – én verwijtbaar
De uitspraak maakt duidelijk dat persoonlijke aansprakelijkheid niet ontstaat bij een enkele fout of omissie. Maar als er sprake is van een patroon van gebrekkige administratie, het ontbreken van toezicht en financieel eigenbelang, wordt die drempel wél overschreden. Bestuurders horen signalen van tekortkomingen actief te herkennen en erop te handelen. Als dat structureel uitblijft, kan dat leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid.

Conclusie
Bestuurders (in de zorg) dragen een vergaande verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de administratie en de controle daarop. Deze uitspraak laat zien dat de rechter niet schroomt te oordelen tot aansprakelijkheid van een bestuurder als die verantwoordelijkheid wordt verzaakt – zeker wanneer daar eigen financieel gewin tegenover staat.

Vragen? Neem gerust contact met ons op. Wij denken graag met u mee.