Belofte maakt schuld. Dit eeuwenoude gezegde komt in de juridische wereld tot uitdrukking in het sluiten van een overeenkomst. Over het algemeen dienen de beloften die partijen daarbij doen te worden nageleefd. Dat is een schuld voor iedere partij. Het uitgangspunt is dan ook dat een overeenkomst staat als een huis. Toch zijn er bepaalde situaties denkbaar waarin van een partij niet gevergd kan worden om de overeenkomst na te leven. De wet kent voor die situaties een aantal mogelijkheden.
Basisvereisten dwaling
Eén van deze mogelijkheden is de vernietiging van de overeenkomst op grond van dwaling. Van dwaling is kort samengevat sprake als de overeenkomst is aangegaan onder een onjuiste voorstelling van zaken.
Daarvoor is in de eerste plaats nodig dat zonder deze onjuiste voorstelling van zaken de overeenkomst niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou zijn gesloten. De onjuiste voorstelling van zaken moet dus betrekking hebben op een belangrijk onderdeel van de overeenkomst. Dwaling ten aanzien van niet-essentiële zaken komt voor eigen rekening. Het belang van dit belangrijke onderdeel moet helder zijn voor de wederpartij.
Aanvullende vereisten
Naast het bovenstaande geldt nog een belangrijke vereiste. De dwaling moet namelijk betrekking hebben op één van de drie situaties die in de wet worden benoemd.
- De dwaling is ontstaan door een mededeling van de wederpartij. De wederpartij heeft bijvoorbeeld nadrukkelijk bepaalde eigenschappen van een product of dienst gegarandeerd. Het moet hierbij gaan om voldoende concrete mededelingen. Algemene aanprijzingen en reclameleuzen vallen hier niet onder.
- De dwaling is ontstaan omdat de wederpartij bepaalde informatie ten onrechte heeft verzwegen. Voor deze situatie gelden aanvullende voorwaarden. De wederpartij moet in de eerste plaats beschikken over bepaalde informatie om deze te kunnen mededelen. De wederpartij moet er vervolgens rekening mee houden dat wordt gedwaald. Bovendien moet de wederpartij weten of begrijpen dat het punt waarover wordt gedwaald essentieel is voor de dwalende partij. Tot slot moet van de wederpartij gevergd kunnen worden dat zij de dwaling voorkomt. Dit laatste wordt terughoudend beoordeeld. Een wederpartij hoeft bijvoorbeeld de dwalende niet erop te wijzen dat een concurrent goedkoper is.
- De dwaling is ontstaan omdat beide partijen zijn uitgaan van dezelfde onjuiste veronderstelling. Er is dan sprake van wederzijde dwaling. Een praktijkvoorbeeld is wanneer zowel de koper als verkoper ervan uitgaan dat een tweedehandsauto probleemloos is of een bepaalde cruciale eigenschap heeft. Vervolgens blijkt dit achteraf niet te kloppen.
Geslaagd beroep mogelijk?
Wordt voldaan aan de bovenstaande vereisten, dan kan de dwalende partij in beginsel een beroep doen op dwaling. Of dit uiteindelijk leidt tot de vernietiging van de overeenkomst is echter mede afhankelijk van het verweer van de wederpartij. In het tweede deel van dit artikel wordt hier nader bij stilgestaan.