Een van de pijlers waarop de nieuwe Omgevingswet is gestoeld is de burgerparticipatie. Het vroegtijdig betrekken van burgers bij aanvragen voor een omgevingsvergunning zou het draagvlak voor besluitvorming versterken en bij de belangenafweging kan de overheid de belangen en meningen van de participerende burger betrekken.
Logisch dus participatie hoge verwachtingen in het leven riep. Echter dat valt in de rechtszaal vies tegen en dat komt doordat in de Omgevingswet participatie een vereiste is om een vergunningsaanvraag in te dienen en ontbrekende of ontoereikende participatie geen reden is om een omgevingsvergunning te weigeren.
Heel illustratief is de zaak op 11 maart 2025 berecht door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag ((RBDHA:2025:3705). Hier had een aanvrager voor het bouwen van een bedrijfshal in Katwijk in de aanvraag niet vermeld dat er burgerparticipatie had plaatsgevonden. De rechtbank constateert dan ook dat aan het indieningsvereiste niet is voldaan. Maar dan oordeelt de rechter dat volgens vaste rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak de enkele omstandigheid dat aan een indieningseis niet is voldaan niet betekent dat de verleende vergunning om die reden niet in stand kan blijven. Het is aan het bestuur om te beoordelen of bij de aanvraag voldoende gegevens zijn overgelegd om een beslissing te kunnen nemen. Die rechtspraak van de afdeling geldt volgens de rechtbank ook voor de burgerparticipatie als indieningseis.
Het gemeentebestuur kon zich in redelijkheid op het standpunt stellen dat er voldoende gegevens waren verstrekt om een besluit op de aanvraag te kunnen nemen. Daarbij betrekt de rechter met een beroep op de Nota van Toelichting dat zelfs als in de aanvraag zou zijn aangegeven dat helemaal geen participatie had plaatsgevonden het college niet om die reden kon besluiten de aanvraag niet te behandelen of de vergunning te weigeren.
Slaat de rechtbank helemaal de deur dicht en is participatie altijd een wassen neus? Dat is ook weer niet zo. Want zoals zo vaak in het recht is er een uitzondering. Die vloeit voort uit artikel 16.55 van de Omgevingswet waarin staat dat de gemeenteraad gevallen van activiteiten kan vaststellen waarin participatie verplicht is gesteld. Als er sprake is van zo’n door de gemeenteraad vastgesteld verplicht geval (maar dat was in Katwijk niet zo) en er is geen participatietraject doorlopen dan kan de vergunning om die reden wel degelijk aangevochten worden.