In beginsel kan de curator girale betalingen die plaats hebben gevonden na faillissementsverklaring terugvorderen van de schuldeiser die deze heeft ontvangen. Onlangs heeft de Advocaat-Generaal van de Hoge Raad een conclusie getrokken in een zaak die voor schuldeisers mogelijk voordeel kan bieden.
Volgens de wet verliest de schuldenaar bij faillietverklaring de beschikking en het beheer over zijn tot het faillissement behorende vermogen vanaf 0:00 op de dag waarop het faillissement wordt uitgesproken. Dit noemt men het fixatiebeginsel. In het geval van een positief banksaldo ten tijde van de faillissementsverklaring is de schuldenaar niet meer bevoegd om beschikkingshandelingen te verrichten ten aanzien van dat saldo, aangezien dit binnen de boedel valt. Dit geldt ook voor de bank, die namens de schuldenaar niet meer bevoegd is om betalingsopdrachten na faillissementsverklaring uit te voeren, ook al dateert de opdracht van voor het faillissement.
In de recente zaak betreft het een aanmerkelijk verschil. De faillerende onderneming had voor haar faillissementsverklaring een negatief banksaldo waardoor er geen onder het faillissement vallend vermogen op de rekening stond ten tijde van het faillissement. Nadien is een reeds voor het faillissement ingeplande betalingsopdracht aan een schuldeiser uitgevoerd, waardoor het negatieve saldo werd vergroot. De bank heeft daarbij geen gebruik gemaakt van haar storneringsbevoegdheid. De Advocaat-Generaal concludeert dat deze betaling niet in strijd is met het fixatiebeginsel. Er is immers een schuld afgelost aan een schuldeiser die niet ten koste van de boedel, maar van een derde is gegaan, te weten de bank. Hierdoor is er voordeel voor de boedel ontstaan, nu er meer activa overblijven voor de gezamenlijke schuldeisers vanwege het wegvallen van voornoemde schuldeiser. De activa van de boedel zijn niet benadeeld en daarom bestaat er voor de curator geen grond tot terugvordering van voornoemde betaling.
De Hoge Raad moet in deze zaak nog uitspraak doen. Indien zij de conclusie van de Advocaat-Generaal volgt, zal dit de positie van de curator nadelig kunnen beïnvloeden. Daarentegen verkrijgen de schuldeisers hiermee een sterkere positie bij faillissement van een schuldenaar, mits voldaan is aan voornoemde voorwaarden