Maastricht 043 - 321 59 29 | Heerlen 045 - 571 39 33

Hoge Raad schept duidelijkheid: klachtplicht niet van toepassing bij bestuurdersaansprakelijkheid 

 

De Hoge Raad heeft duidelijkheid gegeven over een belangrijke vraag voor bestuurders en bedrijven: kan een bestuurder die wordt aangesproken op onbehoorlijk bestuur (ECLI:NL:HR:2024:681) zich verdedigen door te stellen dat de onderneming te laat heeft geklaagd over zijn handelen? De conclusie: dit is niet mogelijk. Maar wat betekent dit nu concreet in de praktijk?

Wat is de klachtplicht?
De klachtplicht is geregeld in artikel 6:89 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Deze verplicht schuldeisers om binnen een ‘bekwame tijd’ te klagen zodra zij een gebrek in een prestatie ontdekken. Doen zij dit niet, dan kunnen zij geen beroep meer doen op dat gebrek. Deze regel is bedoeld om snel duidelijkheid te geven in geschillen en te voorkomen dat klachten blijven liggen.

Wat is bestuurdersaansprakelijkheid?
Bestuurdersaansprakelijkheid is geregeld in artikel 2:9 BW en gaat over de verantwoordelijkheid van een bestuurder binnen een rechtspersoon (zoals een B.V. of N.V.). Bestuurders moeten hun taken naar behoren vervullen. Als een bestuurder zijn taken ernstig verwaarloost en de rechtspersoon lijdt daardoor schade, kan hij persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.

Geldt de klachtplicht ook bij bestuurdersaansprakelijkheid?
De discussie ging over de vraag of een bestuurder zich kan beroepen op de klachtplicht wanneer hij wordt aangesproken op onbehoorlijk bestuur. De Hoge Raad heeft nu bevestigd dat de klachtplicht uit artikel 6:89 BW niet van toepassing is bij bestuurdersaansprakelijkheid onder artikel 2:9 BW. Dit komt omdat de relatie tussen een bestuurder en de rechtspersoon niet gaat over een gewone verbintenis (zoals een koopovereenkomst), maar over een vennootschapsrechtelijke verhouding. Artikel 6:89 BW is dus niet van toepassing.

Daarnaast zou het in de praktijk onwenselijk zijn als een bestuurder tijdens zijn aanstelling zelf zou moeten rapporteren over onbehoorlijk bestuur door het bestuur waarvan hij of zij zelf onderdeel is.

Wat betekent dit voor bestuurders en bedrijven?
Voor bestuurders betekent dit dat zij zich niet kunnen beroepen op de klachtplicht om aansprakelijkheid af te wenden. Bedrijven hoeven op hun beurt niet bang te zijn dat ze hun recht op aansprakelijkstelling verliezen door te laat te klagen, al blijft het belangrijk om tijdig te handelen.

Kortom, bestuurders kunnen zich bij een vordering op basis van artikel 2:9 BW niet succesvol beroepen op de klachtplicht.

Heeft u vragen over bestuurdersaansprakelijkheid? Neem gerust contact met ons op voor advies