Ondernemen betekent onder meer dat bestuur moet worden gevoerd over de betreffende onderneming. Risico’s nemen is vaak een onderdeel van dit proces waarbij de situatie zich voor kan doen dat een bestuurder handelingen verricht waarbij schade ontstaat bij derden. Wie is er dan aansprakelijk voor deze schade? De hoofdregel is dat bepaalde rechtsvormen de bestuurdersaansprakelijkheid beperkt, te weten bij een BV, NV, Stichting of Vereniging. Immers, de rechtspersoon draagt de aansprakelijkheid voor de handelingen die vanuit deze rechtspersoon zijn verricht door een bestuurder. Echter, in sommige situaties kan deze bestuurder toch persoonlijk aansprakelijk zijn voor bepaalde (onrechtmatige) handelingen die hij in naam van de rechtspersoon heeft verricht. We onderscheiden hierin een aantal aansprakelijkheidsvormen. (i) Interne bestuurdersaansprakelijkheid, (ii) externe bestuurdersaansprakelijkheid tegenover derden en (iii) externe bestuurdersaansprakelijkheid tegenover de curator. In dit artikel wordt louter ingegaan op (ii) externe bestuurdersaansprakelijkheid tegenover derden.
Externe bestuurdersaansprakelijkheid houdt in dat een derde partij (bijvoorbeeld een crediteur of een aandeelhouder) aanspraak kan maken op het privévermogen van de betreffende bestuurder die onrechtmatige handelingen heeft verricht vanuit de rechtspersoon die benadelend zijn geweest voor deze derde. Gezien de strenge zojuist genoemde hoofdregel van beperkte aansprakelijkheid die ondernemers mede stimuleert om terughoudendheid bij ondernemen te vermijden, is de doorbreking van deze hoofdregel en daarmee de bestuurder privé aan te spreken in zijn vermogen niet eenvoudig. Risico nemen hoort zoals gezegd bij het ondernemerschap en stimuleert de economie in zijn algemeenheid.
Uit vaste rechtspraak blijkt dat de norm, om als derde een bestuurder aansprakelijk te stellen in het privévermogen, inhoudt dat de bestuurder een ‘persoonlijk ernstig verwijt’ moet worden gemaakt. Dit criterium is niet eenduidig en het hangt dan ook van de omstandigheden van het geval af of de verrichte (onrechtmatige) handelingen tot een persoonlijk ernstig verwijt komen. Onrechtmatige handelingen waaraan kan worden gedacht zijn (i) rechtshandelingen aangaan waarvan de bestuurder op voorhand al wist dat nakoming door de vennootschap niet haalbaar zou zijn, (ii) het nalaten van het toezicht op een deugdelijke boekhouding en (iii) het niet tijdig of niet opstellen van de jaarrekening.
Kortom, het aanspreken van een bestuurder in zijn privévermogen voor schade die een derde partij lijdt is niet eenvoudig. De betreffende bestuurder moet een persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt wil een derde hem aan kunnen spreken in het privévermogen. Bij externe bestuurdersaansprakelijkheid gaat het om specifieke situaties waarbij bepaalde feiten en omstandigheden doorslaggevend kunnen zijn bij het al dan niet aantonen van een persoonlijk ernstig verwijt van een bestuurder.
Voor meer informatie over dit onderwerp, staan wij u graag te woord!