Wanneer echtgenoten of samenwoners gezamenlijk eigenaar zijn van een woning, blijven zij beiden verantwoordelijk voor de betaling van de eigenaarslasten van de woning. Daartegenover staat dat diegene die de woning moet verlaten, aanspraak kan maken op een gebruiksvergoeding. Er is geen wetgeving die de berekening van de gebruiksvergoeding beschrijft. De wet geeft enkel aan dat er rekening moet worden gehouden met de redelijkheid en billijkheid.
De rechtspraak heeft op haar beurt drie verschillende manieren ontwikkeld om een gebruiksvergoeding voor een woning vast te stellen:
1. Overwaarde
De berekening op basis van de overwaarde. Er wordt een percentage genomen van de helft van de overwaarde. In de rechtspraak is een zeer wisselend beeld te zien, waarbij het lijkt of de rechters aansluiten bij wat zij in een specifieke situatie redelijk achten. Er wordt door de rechter doorgaans gerekend met een percentage van 0,5% tot 4%. De feiten en omstandigheden zijn bij deze berekening zeer belangrijk.
2. Huurwaarde
3. Woonlasten
De gebruiksvergoeding wordt bepaald aan de hand van de lasten die aan de woning en het gebruik daarvan zijn verbonden. De hoogte van de te betalen gebruiksvergoeding zal dan gelijk zijn aan de helft van de woonlasten.