Maastricht 043 - 321 59 29 | Heerlen 045 - 571 39 33

Verhuurders nemen in huurovereenkomsten voor woningen in de vrije sector vrijwel altijd een huurverhogingsbeding op. Met een dergelijk beding kunnen zij de huurprijs, boven op de standaard consumentenprijsindexering, met bijvoorbeeld 3% of 5% verhogen. De afgelopen tijd is er veel geprocedeerd over de vraag of een dergelijk beding wel eerlijk is. Verschillende rechters gaan hier verschillend mee om.

De Rechtbank Amsterdam heeft zich recent regelmatig uitgelaten over de vraag of een huurverhogingsbeding wel eerlijk is indien deze verder gaat dan het corrigeren van de inflatie. Zij concludeerde steeds dat dit niet het geval is, omdat een dergelijk beding in strijd is met de Nederlandse en Europese wet- en regelgeving.

De Rechtbank Rotterdam gaat wat genuanceerder met dit vraagstuk om. Zij oordeelde namelijk dat een huurverhogingsbeding pas oneerlijk is als dit beding het mogelijk maakt om de huur met meer te verhogen dan op basis van een redelijke inschatting van de markt gerechtvaardigd is. Volgens de rechtbank gaat het daarbij om een redelijke inschatting van de markt op het moment van het sluiten van de overeenkomst, voor soortgelijke woningen op de plaats waar de woning is gelegen. Een huurprijswijziging die hoger is dan gerechtvaardigd op basis van een redelijke inschatting van de markt kan onder omstandigheden overigens alsnog eerlijk zijn, aldus de rechtbank. Welke omstandigheden dit zijn, is in de uitspraak niet toegelicht.

Uit het voorgaande volgt dat rechters niet allemaal op één lijn liggen als het gaat om huurverhogingsbedingen. Over dit onderwerp zijn inmiddels ook prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad.

Heeft u als verhuurder van een woning in de vrije sector nu al vragen over het huurverhogingsbeding? Neem dan vooral contact met ons op.