Op 12 juni 2019 deed de afdeling Bestuursrechtspraak een, voor procedures op het gebied van het bestuursrecht, behartenswaardige uitspraak(*). Het ging om de situatie dat een gemeente zich niet kan verenigen met een besluit of een uitspraak en daartegen bezwaar maakt of beroep instelt. Het komt nogal eens voor dat zo’n bezwaar- of beroepschrift wordt ingediend (ondertekend) door het college van burgemeester en wethouders. Volgens de afdeling is dat in strijd met de Gemeentewet, waarin in artikel 171 staat dat de burgemeester de gemeente vertegenwoordigt. Het (verplicht) daaraan voorafgaande besluit dat een procedure zal worden gevoerd (het procesbesluit) wordt wel door b&w genomen (artikel 160 Gemeentewet). Een niet door of namens de burgemeester ingediend beroep- of bezwaarschrift is daarom niet ontvankelijk. Nu wordt de soep meestal niet zo heet gegeten omdat deze fout vaak hersteld kan worden doordat de burgemeester de onbevoegd verrichte proceshandeling achteraf goedkeurt (bekrachtiging). Mijn tip voor partijen die tegen de overheid procederen is daarom om in het voorkomende, in het voorgaande beschreven, geval op de niet-ontvankelijkheid een beroep te doen ter zitting. Een vraag naar de ontvankelijkheid is namelijk van openbare orde en dient ambtshalve door de rechter te worden getoetst, zodat er geen plicht bestaat dit argument eerder, voorafgaand aan de zitting, op te werpen.
(*) ECLI:NL:RVS:2019:1894