Maastricht 043 - 321 59 29 | Heerlen 045 - 571 39 33

Op 26 mei jl. heeft de Tweede Kamer de Wet Homologatie onderhands akkoord aangenomen, dat ziet op een wijziging van de faillissementswet. Met deze wet komt er een regeling op basis waarvan de rechter de bevoegdheid krijgt goedkeuring te verlenen aan een onderhands akkoord tussen een onderneming, zijn schuldeisers en de aandeelhouders over de herstructurering van schulden (homologeren). De wet ziet primair op ondernemingen waar vanwege een te zware schuldenlast faillissement dreigt, maar die nog wel beschikken over bedrijfsactiviteiten die levensvatbaar zijn.

Het uitgangspunt van de regeling is dat de schuldenaar zelf de inhoud van het akkoord en de wijziging van de rechten van de schuldeisers kan bepalen. Als er een akkoord is bereikt wordt dit voorgelegd aan de rechter die het beoordeelt op onder andere procedurele rechtvaardigheid en de mate van de verdeling. Hierbij is het van belang dat de meerderheid voor het akkoord heeft gestemd. Daarnaast moet de schuldenaar een bedrijfsactiviteit voeren die rendabel is én moet het akkoord toereikend zijn om een faillissement van de schuldenaar te voorkomen. Ofwel na herstructurering, kan het bedrijf financieel gezond weer verder. Als de rechter het akkoord goedkeurt is dit bindend voor iedere schuldeiser, ook voor de schuldeisers en aandeelhouders die tegen hebben gestemd. Dit wordt ook wel een dwangakkoord genoemd.

Bovenstaande regeling onderscheidt zich wezenlijk van de weg die op dit moment bewandeld moet worden. Momenteel dienen nog alle betrokken schuldeisers en aandeelhouders met een herstructureringsakkoord in te stemmen. Dit leidt in veel gevallen tot onnodig complexe situaties en als één van de schuldeisers zich niet in het akkoord kan vinden, dreigt alsnog een faillissement.

De nieuwe regeling is dan ook belangrijk om faillissementen en surseances van betaling en daarmee baanverlies te voorkomen en past zodoende in de huidige tijd van dreigende economische crisis. De wet moet nog wel worden aangenomen door de Eerste Kamer. Dit zal naar verwachting niet lang meer duren.